Artikel 43 vragen: Nature Wonder World

Raadsleden kunnen zogenaamde ‘artikel 43’ vragen stellen aan het college. Dit zijn politieke vragen van (belangrijke) zaken die in Brunssum spelen. Het college is wettelijk verplicht hier binnen 6 weken op te reageren.

Namens het PAK stelde Servie L’Espoir de volgende vragen omtrent het nieuws dat onlangs in de media verscheen omtrent Nature Wonder World.

Geachte heer L’Espoir,

U gaf aan: “Alweer mochten we via de pers “groot nieuws” vernemen over NWW. Of moeten we zeggen de zoveelste plan wijziging met als centraal thema “waar blijft het geld”? De uitgaven stijgen, het aantal  banen neemt tot ongekende hoogtes toe en her aantal bezoekers is bijna niet meer te overzien zo lezen we… Na de “1 miljoen toeristen op de heide” van een VVD wethouder gaan we nu ook nog eens naar “2 miljoen bezoekers per jaar in oost”, of lezen we dat fout?
Nu echter de realiteit, het plan wordt alsmaar uitgesteld en de “no go beslissingstermijn” is al 4 x uitgesteld…”

In antwoord op uw vragen berichten wij u als volgt.

Vraag 1: “welke actuele onderleggers heeft het college m.b.t. financiën, ruimte en
techniek, verkeer  en haalbaarheid en zijn deze voor de raad of een breder
publiek ter inzage? De oude stukken waren niet alleen geheim maar zijn na 5
jaren niet  meer van deze tijd en als onderlegger ongeloofwaardig gezien de
vele veranderingen.”

Antwoord 1:
De actuele onderleggers zijn als volgt:

Financiën en haalbaarheid
Onderscheid valt te maken tussen onderleggers met betrekking tot:

1)       Budget huidige projectfase

2)       Financieel economische haalbaarheid (feasibility)

 Ad 1)

Onderlegger hiervoor is het Raadsbesluit d.d. 9 juni 2015 op basis waarvan de Raad besloten heeft een subsidie van € 150.000 toe te kennen, waarvan € 75.000,- gemeente en € 75.000,- Provincie. Zoals bekend dragen private partners ook € 150.000,- bij aan het budget voor de huidige projectfase en is er nog een subsidie van Limburg Economic Development (LED) van € 60.000,-. Totaal derhalve € 360.000,-.  De voorwaarden voor het gemeentelijk deel van de subsidie zijn opgenomen in genoemd Raadsbesluit onder punt 7 “argumenten en voorwaarden”. Dit is een openbaar Raadsbesluit te raadplegen in Verseon, registratiekenmerk 573852.

Ad 2)

De meeste actuele onderlegger is de Market & Financial Feasibility Study versie  juni 2016 Leisure Developments Partners uit London. Zoals in de Raadsvergadering van juni 2015 en ook meermaals daarna aan de Raad aangegeven is in deze Feasibility Study sprake van zeer bedrijfsgevoelige informatie. Om deze reden en gelet op de huidige projectfase is de Feasibility Study niet openbaar ter inzage. Wel kunnen raadsleden desgewenst en in bijzijn van medewerkers van ADDVentures, eventueel gecombineerd met ambtenaren die bij het project betrokken zijn, dit rapport inzien en kunnen vragen ter plekke beantwoord worden. Overigens heeft de PAK fractie in de Raadsvergadering van juni 2015 haar begrip uitgesproken voor de geheimhouding van stukken die bedrijfsgevoelige informatie bevatten. Daarnaast zijn de belangrijkste conclusies uit genoemd rapport van LDP in de Raadsinfobijeenkomst van 14 juni jl. aan de Raad gepresenteerd en toegelicht.

 Ruimte

De meeste actuele onderlegger is het Masterplan van BRC uit Los Angeles.
De hoofdlijnen van dit Masterplan zijn aan de Raad gepresenteerd in de Raadsinfoavond d.d. 14 juni jl.  Voor dit Masterplan geldt dat dit, eveneens in verband met de bedrijfsgevoeligheid, niet openbaar ter inzage ligt.
Onlangs zijn enkele visualisaties uit het Masterplan onder meer in de Limburger en op de website van L1 door ADDVentures naar buiten gebracht. Het betreft de visualisaties die al in de Raadsinfoavond aan de Raad zijn gepresenteerd en dus pas daarna openbaar zijn gemaakt. Niettemin geldt ook hier dat inzage van het volledige Masterplan door raadsleden mogelijk is in bijzijn van medewerkers van ADDVentures eventueel gecombineerd met de ambtenaren die bij het project betrokken zijn.

Techniek en verkeer

De meest actuele onderleggers zijn de rapporten met betrekking tot technische haalbaarheid van Grontmij uit maart 2013. Deze liggen ter inzage  bij de griffie.

 Het klopt inderdaad dat deze geactualiseerd moeten worden. Dit is inmiddels opgepakt in overleg tussen de samenwerkingspartners Provincie, ADDVentures en gemeente Brunssum.
Het is de bedoeling dat er een integrale milieu analyse opgesteld wordt. Deze moet antwoord geven op de vraag of relevante (milieu)aspecten zoals bodem, water, lucht, geur, geluid, externe veiligheid, archeologie, flora en fauna knelpunten opleveren, zo ja welke oplossingsrichtingen en maatregelen kunnen worden aangedragen om de knelpunten te minimaliseren en welke kosten dat met zich brengt. Naar verwachting zal dit onderzoek begin volgend jaar van start gaan.

 

Vraag 2: “welk bedrag eist dhr Gelissen inmiddels van de overheden?  Ooit zou er
sprake zijn van “80 miljoen of meer  overheidsgeld”, wat is nu de inzet?”

Antwoord 2:

Het project NWW is uniek en de wijze waarop dit het project gerealiseerd moet worden noodzaakt  om privaat-publiek samen te werken. Dit geldt niet alleen voor publieke taken m.b.t. onder meer vergunningen etc. maar ook voor de financiering. De legitimatie hiervoor ligt in het feit dat het project substantiële economische en maatschappelijke effecten voor de regio zal hebben, zoals gebleken is uit de MKBA studie die in opdracht van publieke partners in 2013 is uitgevoerd. De rol, omvang en condities voor een publieke bijdrage worden in de nog op te stellen Integrale Business Case uitgewerkt. Deze Integrale Business Case vormt samen met het Masterplan en de Feasiblity Study een deelproduct dat opgeleverd moet worden binnen de huidige projectfase.

Niettemin, uitgangspunt en cruciaal blijft dat ADDVentures en haar private partners in kwestie voldoende eigen vermogen bij elkaar brengen. Dit is ook zo vastgelegd in de doelomschrijving van de huidige projectfase die primair gericht is op het verkrijgen van hard financieringscommitment van de private partijen. Verwezen wordt in dit kader naar het eerder genoemd Raadsbesluit d.d. 9 juni 2015.

 

Vraag 3: “- als er 2 miljoen bezoekers moeten komen welk verkeersplan ligt dan voor en
betekent dit niet simpelweg dat de buitenring een 5 km zone weg wordt die
gewoon vol zit met blik? Anders gezegd is gezien de verwachte bezoekersstroom de huidige plek voor NWW wel geschikt?”

Antwoord 3:

In de technische haalbaarheidsstudie van Grontmij uit 2013 zijn voor het aspect verkeer wel op hoofdlijnen conclusies getrokken over verkeersinfrastructuur in relatie tot verwachte bezoekersaantallen. Voor deze conclusies wordt verwezen naar deze studie die ter inzage ligt bij de griffie.
Zoals hierboven aangegeven zal de technische haalbaarheid en de effecten voor verkeer een verdieping behoeven en gebaseerd worden op  de Market & Financial feasibility study van LDP uit juni 2016.

 

Vraag 4: “ het casino moet blijkbaar voor de meeste winst zorgen als we de krant goed lezen, maar kan dit casino zomaar gepland worden gezien de huidige wet en
regelgeving?”

Antwoord 4:

Bekend is dat de wet- en regelgeving op dit punt in beweging is. Het kader en de uitgangspunten ter zake blijven de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving. De invulling van een casino concept in het project Nature Wonder World zal in alle gevallen daaraan moeten voldoen.

 

Vraag 5: “van vele parken naar 1 park met alle natuurverschijnselen en nu weer terug naar meer commercieel vastgoed en minder attracties, is er wel sprake van een gedegen plan gezien de vele veranderingen in deze?”

Antwoord 5:

Voor de uitwerking van de plannen zijn door ADDVentures zeer gerenommeerde bureaus (BRC Imagination Arts uit Los Angeles en Leisure Development Partners uit London), ingeschakeld, die wereldwijd ingehuurd worden op basis van kennis en expertise inzake concept en financieel-economische haalbaarheid voor themaparken.

Deze bureaus hebben  geadviseerd te starten met drie natuurwonderen (Grand Canyon, Paricutin, en Victoria Falls) en de overige natuurwonderen (Mount Everest, Baai van Rio, Noorderlicht en Great Barrier Reef) te behouden maar dan als toekomstige uitbreiding. Reden hiervoor is dat ADDVentures, op advies van BRC en LDP, sterk inzet op microthematisering t.b.v. beleving. Beleving en ondergedompeld worden in de natuurwonderen is cruciaal. De natuurwonderen worden daartoe tot het hoogste detailniveau uitgewerkt hetgeen hogere investeringsbudgetten vereist. Er is geen sprake van meer vastgoed maar wel van een uitgebalanceerd plan voor zowel het themapark zelf als het direct daaraan gekoppelde Plaza.

 

Vraag 6: “Tenslotte zijn al deze plannen steeds weer met dezelfde allure gepresenteerd als ideaal, doordacht en uitstekend geschikt voor financierders, zoals multinationals…  Maar het blijft bij plannen waar blijkbaar maar geen geld voor komt van ondernemers zelf of zijn er al bankgaranties in deze voor bijvoorbeeld de helft dus 350 miljoen euri?”

Antwoord 6:

Voor de financiële haalbaarheid geldt dat het noodzakelijk is de Integrale Business Case op te stellen. Samen met het Masterplan en de Feasibility Study vormt dit een deelproduct waarvan is afgesproken dat dit binnen de huidige projectfase opgeleverd moet worden.

Onderdeel van de business case vormt de financieringsstructuur en hoe deze wordt opgebouwd voor rol en omvang van de bijdragen door zowel private partijen (waaronder banken en beleggers) als publieke partijen. Zoals ook aangegeven in de Raadsinfoavond zal dit proces zeer zorgvuldig doorlopen worden en geldt dat zorgvuldigheid boven snelheid gaat.

 

Vraag 7: “Is het college van mening dat lokaal en regionaal overheidsgeld risicovol verstrekt kan worden aan bijvoorbeeld een casino of hotel en gaan we dat dan ook doen bij andere ondernemers die met plannen komen?”

Antwoord 7:

Nee, het College weet het nog niet. Zoals hierboven aangegeven volgen rol, omvang en condities voor een eventuele bijdrage van publieke partijen uit de nog op te stellen integrale business case.

Het belangrijkste criterium voor de afweging over een eventuele bijdrage van publieke partijen blijven de maatschappelijke effecten in de vorm van een maatschappelijke kosten en baten analyse (MKBA). Op basis van de nieuwe Feasibility Study van LDP uit juni 2016  is de verwachting dat de maatschappelijke kosten baten analyse aanzienlijk positiever zal  zijn gelet op onder meer de hogere aantallen voor directe en indirecte werkgelegenheid die door LDP zijn berekend op basis van het aangescherpte concept en Masterplan.

Wat betreft uw vraag met betrekking tot andere ondernemers.

Bij initiatieven c.q. projecten van ondernemers geldt dat steeds een zorgvuldige afweging gemaakt wordt ten aanzien van kosten en baten vanuit het publiek belang en de strategische (beleids) doelen die wij vanuit gemeentelijk perspectief willen realiseren