Op een van die mooie dagen in de afgelopen herfstvakantie was ik aan de wandel op de Brunssumer heide met mijn vrouw en kleinkinderen. De kinderen wilden graag weer met oma die grote dennenappels gaan schilderen. Die moet je dan wel eerst hebben. Opa wist een plek waar elke herfst hele grote liggen: zo dik als een vuist. Al wandelend kwamen we op een plek waar de kinderen nog nooit geweest waren. “Ik vind het hier wel mooi opa, je kunt ver kijken, zeg”, zei de oudste. Dat zinnetje bracht een gedachtestroom bij mij op gang. Lees verder
Categorie archieven: Ger Luit
Column Ger Luit
Hallo Brunssum, daar ben ik weer.
U heeft mij enkele weken moeten missen op deze plek. Dat had uiteraard te maken met de zomervakantie. Even weg van de snelweg. Dat gold ook voor Hallo Brunssum. Uit reacties om me heen merkte ik, dat mensen mij eveneens in de gemeenteraad van Brunssum hadden gemist. Ze dachten dat er iets ernstigs aan de hand was, maar dat was niet zo. Ik koos bewust voor de luwte, omdat ik nog een keer grondig wilde onderzoeken of ik voor mijn fysieke ongemakken een oplossing of aanmerkelijke verlichting kon vinden. Toen ik deze stap deed, was ik me er ten volle van bewust, dat ik al veel wegen bewandeld had en de resultaten wisselend waren. Opgeven ligt echter niet in mijn aard. Ook nu heb ik weer ervaren, dat je de ene keer denkt, dat je het middel, de therapie gevonden hebt, maar dat het naderhand tegen valt. Ik zet mijn behandelingstraject voort in de hoop op blijvend resultaat. Geduld overwint alles.
Ik ga nu wel het raadswerk weer op PAKken. Math Houben, al jarenlang lid van het PAK, heeft mij overigens uitstekend vervangen. In korte tijd ontpopte hij zich als een prima raadslid. Uiteraard had ik dat wel verwacht, maar het is mooi om te ervaren dat het ook zo in de dagelijkse praktijk uitPAKt. Vanaf deze plek dank ik Math voor zijn inzet. Heerlijk om te beseffen, dat we als PAK zulke sterke mensen hebben en bovendien zo’n actieve achterban.
Het was voor Math zeker niet de gemakkelijkste periode om mij te vervangen. Vanaf het moment dat ik een stap terug deed, gebeurde er van alles. Toeval? Wie het weet, mag het zeggen.
Een aantal dingen speelt nog steeds. Een begroting die niet sluit, het spook van de herindeling waart nog rond, communicatie tussen raad en college is onder de maat, persoonlijke conflicten spelen. Om maar eens een paar dingen te noemen. Als het aan mij en aan het PAK ligt, gaan we dit in Brunssum oplossen in samenwerking met andere partijen. Iedereen moet dan wel de wil en de intentie hebben om – net als het PAK – een zelfstandig Brunssum op de eerste plaats te zetten. Niet je eigen partij, niet je eigen belang, niet de wethouderszetel, maar Brunssum op plaats één. Dat is alleen op te lossen door je ego eens wat minder te laten gelden. Mijn advies: meer Brunssum, minder ego.
(gepubliceerd in ‘Hallo Brunssum’ 6 september 2017)
Column Ger Luit – Een onverwachte ontmoeting
Vorige week maakte ik op een doordeweekse dag een wandeling op de Brunssummerheide. Bij de Rode Beek rustte ik even uit op een bank. Ik zat daar een tijdje voor me uit te staren. Ineens drong het tot me door, dat een vrouw naast me was komen zitten. We keken elkaar aan. Ik kon wel zien, dat het vroeger een knappe verschijning was geweest. Het was alsof ik iets bekends in haar gezicht zag. Ze keek zorgelijk. Ze had diepe groeven in haar wat grauwe gezicht. Ik vroeg haar of ze zich zorgen maakte of verdriet had. Ineens herkende ik haar. Het was Moeder Natuur, de tweelingzus van Moeder Aarde. Ze keek mij indringend aan en zei: “Jullie mensen doen veel te veel een beroep op mij, ik kan het niet meer aan. Ja, ik weet het. Jullie zijn ook onderdeel van mijn hele hebben en houden, maar jullie houden met niets en niemand rekening. Jullie zijn onverantwoord bezig. Mijn tweelingzus denkt er hetzelfde over. Ook zij is niet onuitputtelijk. Kijk naar mij: hoe zie ik eruit. Ik ben gewoon uitgeput, opgeleefd. Mijn zus is er nog slechter aan toe. Jullie mensen zijn onverantwoord bezig. Ik weet soms niet wat ik moet doen”. Ze zuchtte diep en leek ten einde raad.
Ik moet toegeven, dat ze er slecht uitzag. Toen ik zelf nog jong was, heb ik haar heel wat keren ontmoet. Bijna dagelijks was ik in haar nabijheid, overal dartelde ze rond als een jonge, frisse meid: in het verboden bosje, in de bospaadjes bij het spoor, op de spoordijk, onder de brug bij het kolenterrein, op de heide, op de veldwegen tussen de korenvelden. Ik kon echt van haar genieten. Ja, ze zag er zeer mooi uit, een aantrekkelijke jonge vrouw. Wat een verschil met nu.
Ik zei tegen haar, dat steeds meer mensen zich ook zorgen maken en ervan doordrongen raken, dat ze met haar en haar zus samen moeten optrekken in plaats van ze allebei zo uit te putten. Ze fleurde wat op. Ze begon weer wat kleur op haar gezicht te krijgen. Ze knikte instemmend en fluisterde heel zachtjes: “Ik hoop het Ger, want het is nog niet te laat. Het kan nog goed komen”. Ik stond op, ik omhelsde haar en fluisterde: “Hopelijk lukt het u en uw zus weer op te krabbelen, als wij wat meer rekening gaan houden met uw incasseringsvermogen. Tot ziens, beterschap en de groeten aan uw grote zus.”
Column Ger Luit: heerlijk toch die seizoenen
Het voorjaar heeft zich dan wel aan ons vertoond, maar de lente moet nog echt op gang komen. Daarom nog even iets over de winter. Dan laten we die definitief achter ons en geven we ons over aan de lentekriebels. Deze winter heb ik weer genoten. De natuur lijkt dan wel te slapen, maar er is nog genoeg te zien en te beleven. Naast de mooie boomsilhouetten, sporen van wild in pas gevallen sneeuw boeien mij zeker de vogels in de winter. Lees verder