Op 11 februari van dit jaar was het warme truiendag. Elk jaar in februari is er zo’n dag. Het doel ervan is om ons nog bewuster te maken van duurzaamheid, energieverspilling en de eindigheid van fossiele brandstoffen: vaarwel kolen, vaarwel bruinkool, dag gas. Ik onderschrijf nog steeds de achterliggende gedachtegang. Maar inmiddels is één “warmetruiendag” niet meer voldoende en zitten we volop in het “warme truienseizoen”.
Op dit moment staat bij mij de thermostaat op 18o en zit ik gekleed in een dikke trui en een gevoerde jeans voor de pc deze tekst te tikken. Gelukkig heb ik zelden koude handen, dus de handschoenen hoef ik nog niet aan. Ik doe dit niet vrijwillig, maar ik kom er niet onderuit. Ik heb mijn gemiddelde energieverbruik van de afgelopen 2 jaar bekeken. Zonder de ondersteuning van de overheid zou ik nu 690 euro per maand kwijt zijn. In augustus was mijn voorschot 114 euro. Ik klaag niet, want ik woon in een goed geïsoleerd huis. Dus in vergelijking met anderen, kom ik er nog goed vanaf. Ik ben zelfs bevoorrecht. Ik heb nu al van mensen gehoord, dat ze 1200 euro en meer kwijt zijn per maand. Dan zit je meestal in een oude, slecht geïsoleerde huurwoning. Die woningen zijn er helaas nog heel veel. De huurders hebben het al niet breed en betalen zo dubbel de tol van falend landelijk beleid. Die 1300 euro energietoeslag is echt een schijntje.
Deze situatie is niet alleen maar te verklaren vanuit de oorlog in de Oekraïne. Politici besturen al jaren bij de waan van de dag en zijn vooral met zichzelf bezig. Een blik vooruit, een toekomstbeeld missen we. Onze bestuurders beseffen vaak niet hoe vele mensen de eindjes aan elkaar moeten knopen. Ze (be)sturen alleen op euro’s en niet op mensen. Uiteindelijk keren deze mensen zich af van de politiek. Dat ondermijnt onze democratie. Elke bestuurder zit er voor alle burgers en niet voor een specifieke groep mensen. Jarenlang was het motto: de markt moet het doen. Helaas, zitten nu velen gedwongen in de kou.