De vorige keer had ik het over de eerste mooie zonnige dagen van dit jaar en het gevoel dat je dan krijgt. Uiteraard dacht ik net als jullie, dat we weer zo’n mooi voorjaar kregen als in 2022. Maar het liep toch even anders. Het kan verkeren, zei Brederode al.In de week van Hemelvaart ben ik pas in de tuin verder kunnen gaan, waar ik begin april mee bezig was. De vele regen en de lage temperatuur zorgden daarvoor. Ondertussen is alles mooi groen geworden en flink gaan groeien. Het groen in het straatwerk is nog nooit zo weelderig geweest. Dus dat ben ik eerst maar eens met een oud mes en een voegenborstel te lijf gegaan. Het is ouderwets misschien, maar wel het meest milieuvriendelijk.
Als ik tussen de andere activiteiten door nog ruimte heb, ga ik verder met de voortuin en de borders. Ik heb alles zo natuurlijk mogelijk aangelegd, maar je ontkomt er nu niet aan om zaken wat in toom te houden. Zo is de citroenplant in enkele weken op tientallen plaatsen opgekomen. Die heb ik hier en daar al verwijderd. Het gele slaapmutsje is mooi, maar woekert ook heel aardig. Dus er is nog werk aan de winkel.
Ooit startte ik op een andere woonplek in Brunssum met een “wildtuin”. Dat leek mij het makkelijkste. Dat viel behoorlijk tegen, want o.a. de boterbloem en het klein hoefblad gingen als een tierelier. Dus als je de natuur haar gang laat gaan, gaan bepaalde planten overheersen. Ik ben ermee gestopt, omdat zo’n tuin nogal “revolutionair” was in een nieuwbouwwijk. Mijn wildernis zaaide zich ook uit in tuinen van de buren. Die waren er niet zo blij mee.
Daarna koos ik voor een zo natuurlijk mogelijk aangelegde tuin. Het werd een “bostuin”. Dus enkele bomen, struiken en bodembedekkers. Zo’n tuin vergt ook niet zo veel onderhoud. Maar als je een langere periode geen tuinwerk hebt kunnen doen, zoals nu, dan moet je flink aan de bak. Nog even volhouden. Dan kan ik weer, hopelijk, lekker in het zonnetje genieten. Dat gun ik u ook.