Wat een heerlijk gevoel krijg je, als de zon in het voorjaar schijnt. De eerste dagen van april geven hoop. De zon schijnt al 2 dagen achter elkaar. Ik heb er meteen van genoten. Dat probeer ik elke dag op zijn minst een half uur te doen. Als je dan lekker in de zon zit, hoor je de vogels, zie je het frisse groen van struiken en bomen, ruik je allerlei geuren. De natuur ontwaakt en lacht je tegemoet. Het is alsof alles en iedereen er nog meer zin in krijgt. Dat geldt in ieder geval voor mij.
Toch heb ik geen winterslaap gehouden en heb ik zeker niet stil gezeten. En dat blijft vreemd. Als je naar de natuur kijkt, dan gaat alles vanaf oktober ongeveer in de ruststand. De bomen verliezen het blad, de dieren proberen te overleven, het is al vroeg donker, de dagen worden korter, de nachten langer. Rust.En wat doen wij? We geven nog even flink gas tot ongeveer half december. Dan hebben we het weer druk met het kerstdiner en de kerstballen. Bij de oliebollen verwachten we tenslotte het nieuwe jaar. Vaak hebben we dan nog niet de tijd genomen om eens even stil te staan en de waan van de dag opzij te schuiven. Gewoon even stil staan bij de dingen, die echt belangrijk zijn.
Als jou dat het laatste half jaar niet is gelukt, ga het dan nu doen. Elke dag even knikkebollen in de zon of kuieren om het huis. Even aan niets denken, hoogstens dus aan wat nu echt belangrijk is. Hoor de geluiden, ruik de geuren en zie de frisse kleuren. Het gedicht “Mei” van Herman Gorter begint met: “Een nieuwe lente, een nieuw geluid”. Hoor dat geluid, zie de kleuren en ruik die frisheid. Och verdikkeme, nu begint het te regenen. Dat past even niet in mijn verhaal. Regen heeft zijn charme, maar de zon heeft toch een streepje voor. Die gaat zeker weer schijnen. Geniet er dan weer een moment van, want hij kan zo weer weg zijn. Gewoon doen.