De gemeenteraad heeft met zeer ruime meerderheid ingestemd met de begroting (17 voor, 3 tegen).
Dit houdt in dat de gemeentelijke lasten voor een gemiddeld huishouden in Brunssum met 58 cent per maand stijgen. Dit gaat dan om een koopwoning van 140.000 euro.
Voor inwoners zonder een eigen woning is er helemaal geen lastenstijging.
Deze lichte stijging is noodzakelijk, omdat er regels voor gemeentes zijn veranderd betreffende de rioolheffing. Hier konden de gemeentes eerst veel voordeel uit halen, maar vanaf 2017 mocht dit niet meer. Het vorige college heeft dit echter niet aangepast, waardoor de nieuwe coalitie met de problemen zit en dit moet verrekenen.
Het gevolg is dat de rioolheffing fors daalt, maar de OZB-belasting moet stijgen.
Net als veel andere gemeentes, heeft Brunssum ook te maken met forse uitgaven in het sociale domein. De regering geeft meer (zorg)taken naar de gemeente, maar die krijgen daar minder geld voor.
Het Rijk ziet dat inmiddels zelf ook in, waardoor Brunssum eenmalig bijna twee miljoen euro extra krijgt. Maar dit is niet voldoende om alle tekorten te dekken.
Om de begroting sluitend te krijgen zal Brunssum, net als vrijwel alle omliggende gemeenten, geld uit de reservepot moeten halen. Voor 2019 en 2020 gaat het totaal om 4,5 miljoen euro. Daarna zouden we niet meer aan de gemeentelijke spaarpot hoeven te komen.
Overigens blijft er daarna nog genoeg geld in de spaarpot over, ruim boven de norm.